Familie van Keeken
 
Alphen aan den Rijn
 
 


Winter begin1994.

Werkzaam als vrachtwagen chauffeur op een kipwagen/betonmixer bij Westdijk b.v. hier in Alphen voelde ik me eigenlijk al niet helemaal lekker. Grieperig en wat koortsachtig en nog wat van die ongein toch maar een beetje aan het werk gebleven want op je nest liggen zweten schiet tenslotte ook niet op. Achteraf misschien niet slim geweest, maar wisten wij veel wat er aan de hand was. Dat merkte ik eind maart van dat jaar. Het grieperige gevoel was nog steeds niet helemaal weg en het eerste storinkje begon zich aan te dienen.

Tintelende voeten. Ok, tindelende voeten heeft iedereen wel eens totdat m'n blaas het een beetje begon te begeven, het pi..ehhh plassen ging niet helemaal meer zoals ik dat gewend was, ik moest er zowat bij gaan zitten en echt m'n best doen om de blaas leeg te krijgen. Toch de arts maar eens even geinviteerd, deze stelde dat ik te maken had met een lichte optrekkende zenuwontsteking en schreef vitamine B tabletten voor. Echt helpen deed dat spul niet, het zicht in mijn linkeroog viel op een gegeven moment ook weg en de kracht in mijn benen werd steeds minder tot het moment dat ik zelfs niet meer op krukken kon wandelen. Ik stortte gewoon ter aarde. De kleine meid (was toen net 1 jaar) helemaal in paniek, 't kind snapte er geen moer van dat pappa steeds omdonderde als ie wilde gaan staan.

De nacht van woensdag op donderdag werd ik zo beroerd dat we de volgende ochtend de dokter maar weer gebeld hebben. Deze snapte ook niet echt meer wat er aan het handje was dus besloot toch maar eens contact op te nemen met een neuroloog van het Rijnland ziekenhuis in Leiderdorp. Deze neuroloog (Frans Prick) adviseerde om niet langer te wachten en direct naar het ziekenhuis te komen. De arts vond dat wij dat zelf maar even moesten regelen. Na de vraag van Ineke hoe ze 86 kilo vent in haar auto moest krijgen besloot de huisarts toch maar een ambulance te bestellen. Nog net even de tijd om de kinderen elders onder te brengen en ja hoor, daar stond de touringcar met blauwe lampen voor de deur. Nadat de ambulance mannen het vrachtje hadden ingeladen kon de reis naar Leiderdorp beginnen. Rustig aan, zonder toeters en bellen en via min of meer toch wel een omweg. Aangekomen in het hospitaal was Ineke daar allang geariveerd, die had een iets kortere weg genomen omdat zij dacht dat de ambu dat ook wel deed gezien de ernst van de zaak.

Afdeling neurologie 7 april 1994.

Een in mijn ogen een beetje chagrijnige neuroloog stond ons al op te wachten en begon direct het onderzoek. (tijdens dit onderzoek liep er natuurlijk een verpleegster van alles te doen om het de patient naar de zin te doen hebben en zo'n beetje ziekenhuisbed klaar te maken) De neuro begon vragen te stellen waar ik toen echt weinig antwoord op wist en hier en daar begon hij mij met een scherp stokje te prikken om te kijken wat ik nog wel en niet voelde, dit laatste viel hem flink tegen. Ik had zo'n beetje geen gevoel meer tot aan mijn nek. Ik zag (met 1 oog) hem gewoon een beetje schrikken. (In eerste instantie werd gedacht aan een acute nekhernia) Als een speer werden allerlei telefoontjes gepleegd en na een half uurtje op zaal gelegen te hebben begon de reis naar de fotografie afdeling van het Rijnland (Elizabeth) ziekenhuis.

Na een dikke vette ruggenprik, foto's gemaakt te hebben in allerlei standjes en houdingen, dit duurde zo'n beetje anderhalf uur, werd ik weer op de gang gezet (alsof ik straf had) Je zou toch denken dat je daar binnen niet al te lange tijd wel weer opgehaald zou worden, niets was minder waar. De dag was zowat om toen daar eindelijk een verpleegster aan kwam lopen om me te halen. De fotograaf was vegeten de afdeling te bellen dat men klaar was. Hierna weet ik alleen nog dat ik de volgende dag (vrijdag) even wakker werd omdat men nogal hardhandig met mijn bed aan het gooien was. De Neuroloog had besloten dat ik naar het LUMC (toen nog het academisch ziekenhuis in leiden) moest om daar een MRI scan te ondergaan.

Ik kan me nog herinneren dat dit met veel herrie (sirene) en een hoop gezwaai gepaard ging. Nadat we in het LUMC waren aangekomen weet ik me echt niets meer te herinneren en zal moeten terug vallen op hetgeen ik later gehoord heb. 's Avonds terug gekomen in het Rijnland ziekenhuis werd ik direct op een apart kamertje op de IC gebracht alwaar men zo'n beetje alle machines en aparaten die je maar kunt bedenken in het ziekenhuiswezen op mij heeft aangesloten. Voor mijn leven werd gevreest...........Ik werd beademd middels een slang door mijn neus maar omdat dit bleef bloeden besloot men al snel over te gaan tot een tracheostomie (een gat in je keel waar men een buis (canule) door naar binnen voerde om beademd te worden). Wat een ramp is dat.

Dinsdag daarna begon ik weer een heel klein beetje onder de levenden te komen en begon ook zo zoetjes aan te begrijpen wat er aan de hand was. Ik weet nog dat alles wat ik nog voelde (alleen m'n schouders en m'n hoofd) enorm pijn deed. Het leek wel of ik letterlijk aan het bed genageld was met grote pennen door m'n schouders. Na met dat ene oog een beetje in de rondte gekeken te hebben en na al die machines gezien te hebben was het best even schrikken geblazen. Zo'n beetje alle artsen die in het ziekenhuis werkzaam waren hebben daar rond m'n bed gestaan, maar geen enkele arts kon me nu precies vertellen wat er met me aan het handje was. Dit bleek pas later na vele (dagelijkse) bloedprikken en andere onderzoeken.

Wel had men op de MRI scan gezien dat m'n ruggemerg erg gezwollen was waardoor de zenuwen knap beklemd zaten met als gevolg uitval van gevoel en spieren. Hopen en afwachten maar was het devies. Daarna begon ik me met de dag toch wat beter te voelen en ging het ook steeds een stukje beter met me! Het zicht in het linkeroog kwam weer terug en ik kon zowaar m'n armen weer een beetje bewegen. Ik werd daar dan ook verzorgt door een heel leger aardige en lieve verplegers en verpleegsters (verpleegkundigen) en had iedere dag een fysiotherapeut aan m'n bed om door te bewegen!

Zo gingen de dagen en weken een beetje om totdat zelfs het ademen weer goed ging! Gelukkig kon ik van die machine af alleen de hoge koorts bleef aanhouden! Ik kreeg nog wel zuurstof toegediend middels een slangetje met sponsje in mijn neus en er werd een zilveren spraakcanule aangebracht. Er moest wel een canule aanwezig blijven omdat ik door de ellende zelf niet kon hoesten, daarom moesten mijn longen zo af en toe eens leeggezogen worden wat absoluut geen pretje was. Door een dopje in deze canule te steken kon ik zelfs weer een beetje praten! Haha dat hebben ze daar geweten ook. M'n grote mond werd natuurlijk direct gesnoerd door het dopje weer uit de canule te halen en praatte ik alleen maar lucht (niet dus).

Zo van lieverlee verdwenen er steeds meer machines en aparaten van m'n kamer en ik weet nog goed dat ik m'n eerste vaste hap weer te eten kreeg. Bloemkool met gekookt spek. Die bloemkool beviel me wel, maar dat spek (gekookt) mochten ze van mij aan de hond voeren. Goh wat had ik heerlijk gegeten. Alleen was het wel jammer dat ik de nacht na deze heerlijke maatijd een maagbloeding kreeg. Terug bij af. Weer werd voor mijn leven gevreest, weer al die doktoren en weet ik wie al niet meer rond mijn bed. Ineke midden in de nacht opgetrommeld, 't meisje wist natuurlijk ook niet meer hoe ze had met een dochtertje van 1 en een zoontje van 4 en een man met een onbekende kwaal op de IC van een ziekenhuis, wat een ellende allemaal.

Na het eerst zakje bloed (ik was veel bloed verloren door die bloeding omdat ik natuurlijk niet voelde dat er iets aan de hand was) kreeg ik grote rode jeukende plakaten over mijn hele lichaam. Om echt helemaal gek van te worden. De Donor die dit bloed had geschonken was waarschijnlijk een groot liefhebber van eieren want het eiwit gehalte in dit bloed was aan de erg hoge kant. Na nieuw bloed gecentrifugeerd te hebben kon de transfusie beginnen, in totaal 7 zakjes van dat rode spul hebben er aan een kapstok boven m'n bed gehangen naast de prednisson. De jeuk heeft overigens nog wel enige dagen geduurd. Ik zie Ineke en mijn zus Anneke nog zitten krabben. (zelf kon ik dat natuurlijk niet).

Ik had inmiddels al enkele malen een revalidatiearts aan mijn bed gehad, deze heeft ons ervan overtuigd dat het toch maar beter was dat ik naar een revalidatiecentrum zou gaan. In eerste instantie zou dit de Hoogstraat in Utrecht worden. In het Revalidatie Centrum Amsterdam was eerder plaats dus ben ik daar na een week weer op een gewone zaal gelegen te hebben naartoe gebracht. (Men wist nog steeds niet wat de toedracht van mijn probleem was). Nadat 's maandags 9 mei de zilveren spraakcanule verwisseld was voor een kunsstof exemplaar werd het tijd voor de reis naar Amsterdam. Opname in het RCA Binnen een uurtje stonden we voor de deur van een groot wit gebouw aan de Overtoom, het Revalidatie Centrum Amsterdam.

Aangekomen op sector 1 op de eerste etage van het centrum werden we opgevangen door een dame waarvan ik dacht dat haar fohn ontploft was of dat ze haar haar gekamt had met een rotje o.i.d. Opzich geen onaardige meid maar ze begon direct allemaal dingen te zeggen die me niet echt aanstonden alhoewel, ik moest natuurlijk nog even wennen aan het revalidatietaalgebruik zoals incontinent, laxeren, toucheren en weet ik wat al niet meer. Ze wist me zelfs te vertellen dat mijn revalidatie wel meer dan een jaar kon duren. Ik kwam op een tweepersoons kamer terecht en het eerste wat eigenlijk opviel was dat de bedden daar opgemaakt waren met heuse dekbedden, was weer eens wat anders dan een wit lakentje en een dun dekentje.

Na op bed gelegd te zijn kon het revalidatie traject beginnen. De eerste arts die me kwam bezoeken was ene Bas van de Weg en die deelde me mee dat het eerste onderzoek gedaan zou worden door een co-assistent genaamd Klaasen, ik dacht Jan Klaasen maar deze knul bleek toch een hele andere voornaam te hebben dan ik dacht. Na een beetje vragen stellen en weer in m'n donder geprikt te zijn met scherpe stokjes kwam dan de echte revalidatie arts binnen. Edmond Angenot. Een beer van kerel met een paar spierballen waar je u tegen zegt. Omdat de hoge koorts maar bleef aanhouden was dit voor hem onderzoekspunt nummer 1.

Men dacht in eerste instantie aan malaria, hoe moet ik in vredesnaam aan malaria gekomen zijn, ik was immers nooit in de tropen of elders geweest, dus dat was het niet. Heel wat buizen bloed zijn er toen weer afgenomen (vampirisme). Ik leek op een gegeven moment wel een junk, niet dat dat opviel in Amsterdam, maar toch. Dag twee was inmiddels aangebroken en begon met het al eerder genoemde laxeren, de gore details zal ik hier voor het gemak maar even weglaten. Daarna stond er een fysiotherapeut aan m'n bed, Peter Luthart. Het viel deze kerel op dat ik nog zo soepel was, de meeste mensen schenen nogal stijfjes te zijn na een lange periode ziekenhuis, maar in mijn geval viel dat reuze mee. De Knieen waren nog soepel en ik had zowaar geen spitsvoeten.

SPITSVOETEN? Wat zijn dat voor dingen, nooit van gehoord! Het werd tijd om weer eens aan 'zitten' te gaan denken. Een grote stalen rolstoel een soort orthopedische tank, werd binnengereden evenals een soort takeltje. Met dat takeltje, hoe kan het ook anders werd ik in de rolstoel gehesen, dat was geen pretje na zo'n lange tijd plat op m'n rug gelegen te hebben, je ziet op zo'n moment de hele wereld voor een doedelzak aan. Na een beetje de eerste verdieping van het revalidatie centrum verkend te hebben, Ineke moest tenslotte ook wennen dus die mocht de rolstoel duwen werd het tijd om weer naar bed te gaan. Ineens te lang zitten kon tot onverwachtte dingen leiden.

Na een tijdje kwam er een jongeman in een rolstoel de kamer ingereden, dit bleek mijn kamergenoot te zijn. Een aardige gozer genaamd Willem. Hij begon te vertellen dat ze daar in het centrum op de bg een soort kroeg hadden dus kwam het praatje bier al snel aan bod. Willem beloofde me dat ik m'n eerste pilsje van hem zou krijgen en zei me ook dat ik niet langer last van hem zou hebben omdat hij voor een tijdje de proefwoning van het revalidatiecentrum zou gaan betrekken! Dus had ik de kamer een week of wat helemaal voor mezelf.

Het was inmiddels donderdag 12 mei (hemelvaartdag) geworden, Ineke en de kinderen inclusief m'n schoonma waren bij me op visite. Het was mooi weer dus Loet in de rolstoel en naar de tuin. Achter het RCA ligt een prachtige tuin waar het goed toeven was dus dat deden we dan ook. Na een uurtje van het zonnetje genoten te hebben hoorden we ineens een harde knal en ik had het gevoel dat m'n stoel omviel. Je raadt het al, een klapband. Zo goed en zo kwaad als het ging weer terug naar de afdeling waar ik direct weer in bed gestopt werd want de rolstoel monteurs hadden immers een vrijde dag en een andere stoel was niet voorhanden. Ik was goed kwaad maar helaas het was niet anders.

Na een paar weekjes, nog steeds met die hoge koorts, aangemodderd te hebben met wat lichte krachttrainingen op bed en in de fitnesruimte en wat kennis gemaakt te hebben met overige revalidanten werd het 6 juni. De dag waarop Roy 5 jaar werd. Toch een dag die even zeer doet. De verjaardag van je kind vieren in de restauratie afdeling van een revalidatiecentrum is nu niet bepaald de verjaardag die je je kind gunt. Er waren nog een oom en tante van me aanwezig dus al met al hebben we toch geprobeerd er een gezellige dag van te maken.

De hoge koorts bleef en de discussie met de revalidatiearts bleef aan, voor mijn gevoel bleef die koorts gewoon hangen door die canule, dit was in zijn ogen erg onlogisch maar omdat ik inmiddels zo ver was dat ik weer aardig kon ophoesten kon de canule verwijderd worden. En wat schertste ieders verbazing...... Inderdaad, binnen een paar uur was ik geheel koortsvrij! Toch een teken geweest dat m'n lijf al die tijd tegen dat onbekende ding geknokt heeft. Vanaf die dag ging het steeds beter het verlammingsniveau was inmiddels gedaald tot thoracaal 7/8 dus ik kon m'n armen ook weer redelijk bewegen en de krachten kwamen zowaar terug, alhoewel de linkerkant tot de dag van vandaag nog steeds niet helemaal in topvorm is. (In het begin kon ik m'n eigen sneetje brood geeneens smeren.)

De gedachten gingen om maar eens een kort weekendje naar huis te gaan, een soort proefverlof zonder ernstige gevolgen dus. Zo gezegd zo gedaan, met Jeroen Overmars (ook een fysio) wat transfer oefeningen gedaan, want ik moest tenslotte wel zelf (met hulp van Ineke uiteraard) in en uit de auto kunnen komen. Na een hele lange tijd weer eens in de auto, wat was dat een eng gevoel. Nu kan Ineke gelukkig goed met een auto over weg dus dat was het probleem niet. Het probleem zit hem gewoon tussen de oren, stel dat er iets gebeurd, je kan geen kant op met je verlamde lichaam. Dat gevoel speelt overigens nog steeds, komt waarschijnlijk omdat ik zelf op de weg gezeten heb voor m'n brood en ik daar natuurlijk de meest ernstige ongevallen heb zien gebeuren.

Op weg naar huis overkwam mij iets waarvan ik altijd gedacht heb: "Dat zal mij niet gebeuren." Ter hoogte van schiphol zag ik mijn eigen ouwe trouwe Ginaffie rijden met de betonmixer op z'n rug. De tranen stonden toen echt in mijn ogen. Ik had het voordien erg goed naar mijn zin op die auto en bij die baas, fijne collega's waar ik er nu niet veel meer van zie. Maar goed dat is het leven en dat heeft zo zijn loop (levensloopregeling zouden ze dat tegenwoordig noemen) Maar goed ik moest zaterdag 's avonds weer terug zijn in het RCA dus zo gezegd zo gedaan. Het was een heerlijk weekendje.

Vanaf dat moment is alles een beetje in een stroomversnelling geraakt. Ik mocht ieder weekend naar huis en in de vakantie zelfs een hele week. Omdat ik steeds minder hulp nodig had en dus ook niet meer kreeg had ik het daar wel gezien. Tamara de Kroon een lieve ergotherapeute vond het nodig om mijn huis eens te bekijken i.v.m. de nodige aanpassingen. We woonden toen in een huis daterende uit de twintiger jaren en al snel bleek dat van aanpassingen geen sprake kon zijn. De complete voordeur zou verbouwd moeten worden omdat die te smal was. Tenminste, de deur was niet te smal maar stond 45 graden gedraaid t.o.v. de straat waardoor we steeds een wiel uit m'n stoel moesten halen om binnen of buiten te komen. Dat was natuurlijk geen doen voor Ineke.

Kortom, verkopen dat huis en zien dat we wat anders kregen. Dat ging een partij snel, het bord Te Koop hing nog niet voor het raam en het huis was al verkocht. 115.000 gulden vingen we er toen voor terwijl we er 79.000 gulden voor betaald hadden een jaar of 7 eerder. Op 1 oktober 2004 kregen we de sleutel van de woning waar we nu nog steeds wonen. 1 Oktober was dan ook de dag dat ik m'n hand heb opgestoken en al m'n mede revalidanten gegroet heb. Mijn werkgever was zo aardig een vrachtwagen en wat collega's beschikbaar te stellen, dus het verhuizen was op een halve zaterdag gebeurt.

't Was in het begin best even onwennig, weer helemaal op eigen wielen staan. Omdat de traplift (plateau) nog in aanvraag was heb ik de eerste 8 maanden beneden geslapen op een van de kruisvereniging geleend hoog/laag bed. Dat ding was zo oud dat ik het idee kreeg dat Napoleon daar nog in geslapen had. Verstellen van het bed ging nog met een slinger. Ook het matras wat op dat stuk ijzer lag was niet geschikt voor een dwarsleet i.v.m. doorliggen, dat hebben we opgelost door een half opgeblazen zwembandje onder de bibs te leggen. Ja ja, improviseren zijn we de beste in geworden in die tijd. Zo'n beetje rond kerst van dat jaar kreeg ik te horen dat ik 80-100 % was afgekeurd. In het begin lijkt dat wel even wat, maar zo de rest van je leven niks doen zag ik niet echt zitten.

De maanden gingen voorbij en in mei 2005 kwam dan eindenlijk de lift. Het heeft gelukkig maar twee weken geduurd voordat dat ding er in zat. De aannemer dacht de klus binnen een dag te klaren maar dat viel wel even tegen. Er moest een stuk van 60 cm (trapbreed) uit het plafond (van boven gezien uiteraard de vloer) gezaagd worden, omdat er een nieuwe trap geplaatst moest worden. Dat duurde ook allemaal wat langer dan verwacht dus het resultaat was dat er 's avonds nog geen nieuwe trap geplaatst was. Zie je het al voor je? Ineke met de kleine meid op de arm via een houten ladder die in de trapkast geplaatst was naar boven. Nee? Nou het is toch echt gebeurd. Te belachelijk voor woorden en natuurlijk levensgevaarlijk maar goed, ook dat hebben we weer overleefd.

Ik hoorde in die tijd van een kameraad van me dat zijn broer een onderneming was gestart in computer onderdelen en randapparatuur en dat hij nog een verkooppunt in Alphen zocht. Omdat ik toch wel weer wat wilde gaan doen leek het mij wel leuk om dat soort dingen aan huis te gaan verkopen. Een eenmanszaak is zo opgericht dus zo gezegd zo gedaan. Ik plaatste mijn eerste ordertje en heb hier en daar wat geadverteerd en als snel verkocht ik m'n eerste zelfgeassembleerde systeempje. Het zaakje liep lekker totdat hier in de wijk een echte computerzaak kwam, je weet wel, zo'n dozenschuiver. Een aantal vaste klanten heb ik toen wel weten te behouden, maar het gros ging toch naar die zaak. Die was natuurlijk goedkoper dan ik, want zij kochten in het groot in waar ik maar enkele stuks inkocht en zo dus de kwantum korting moest missen.

Door mijn achtergrond als zendpiraat en daarna zendamateur (PD0RIN) en toch wel enige kennis van electronica ben ik langzaam overgestapt op reparatie en verkoop van communicatieapparatuur zoals portofoons en mobilofoons. Dit gebeuren liep ook best lekker totdat ineens het gebruik van de mobiele telefoon in een stroomversnlling raakte. Hierdoor stapte veel bedrijven over naar dat soort apparatuur waardoor de verkoop van mobilofoons en portofoons hard terug liep. Hier kon ik aardig op inspringen door voor bedrijven de aanvraag van dergelijke GSM apparatuur te regelen. Maar ja KPN is ook niet achterlijk dus die introduceerde het flexibel abonnement. 1 Telefoontje en de volgende dag lag het gewenste apparaat op het bureau. Dag handel...

Ik had in die tussentijd ook veel vraag naar 27 Mc spulletjes en apparatuur voor de amateurbanden. Dat was een leuke en nog gezellige handel ook! Je kreeg radio's (zendontvangers) in je handen waar je voor die tijd alleen maar van kon dromen. De 27 Mc ging weer leven zoals in begin jaren 80 dus een levedige handel was het resultaat. Dit kregen anderen zoals bijvoorbeeld benzinepomphouders ook door natuurlijk, dus waar eerst de bloemen stonden, kwamen nu rekken met bakkies en antennes.

Na dit alles mee gemaakt te hebben heb ik eind 1999 besloten de zaken te staken. Van het 1 omt het ander dus al snel lag er een grote blauwe envelop op de mat met daarin de mededeling dat Oom Belasting mij op een boekencontrole kwam trakteren. Nou daar ben je lekker mee zeg. Een grote brede kale in eerste instantie aardige gozer stond op een zekere woensdag al vroeg voor de deur om de boeken te controleren.

Doordat ik een redelijk goede boekhouding gevoerd had waren al zijn vragen makkelijk te beantwoorden en vond hij dat het er allemaal aardig uitzag. "Dat pleit voor je hoor ". Hoorde ik hem nog zeggen. Alleen die ene gulden die hij nergens kon terug vinden leverde voor hem toch wel wat problemen op! Ik wilde hem gewoon die ene piek geven maar dat was de weg niet. Wat een geleuter over een gulden.

Na een week of wat weer zo'n griezelige blauwe envelop op de deurmat met daarin het bericht dat de belasting mij niet erkende als onderneming omdat ik volgens hun niet aan het uren criterium van 1225 uur per jaar had voldaan. Dit met als gevolg dat ik vele duizenden euro's terug moest betalen. Na een verweer schrift opgesteld en verzonden te hebben weer die man op bezoek gehad en nu werden de uren agenda's onder de loep genomen.

Daaruit bleek toch duidelijk dat ik wel degelijk aan die 1225 uren zat, maar dat was voor de 'inspecteur' geen reden om op zijn/haar standpunt terug te komen, dus moesten die nodige ruggen toch terug betaald worden. Na (gelukkig) een regeling getroffen te hebben met enige kwijtschelding van.. hebben we dat ook weer overleefd en waren we daar ook weer van af.

Wordt wellicht vervolgd.

 
 
  Startpagina
  Mijn geschiedenis
  Beestenboel (foto's)
  Aquarium (foto's)